De Marketentster
Een marketentster (van oudsher) voorzag de soldaten van een schutterij  van drank en een hartig hapje tijdens de veldtochten. In Nederland moest een marketentster getrouwd zijn met een soldaat. Zo kon zij dicht bij haar man zijn tijdens de veldtochten. Rond 1900  waren er nog geen kantinediensten te velde. Ook verkocht zij drank en etenswaren aan andere soldaten. De drank en etenswaren die zij verkocht werden van tevoren bepaald. Op de thuisbasis verzorgde zij de kantine en de kleren van de soldaten. Zij kreeg een eigen uniform, die overeenkwam met het uniform van haar legereenheid. Zij kreeg onder koning Willem I een legpenning, waaruit men kon aflezen uit welk legeronderdeel zij kwam. De plaats van de marketentster is voor het vaandel. De houding moet kalm en waardig zijn en de kleding moet harmoniëren met de uniformen van de schutterij.

Het houten vaatje is voorzien van een draagriem en wordt over de schouder gedragen. Het kraantje mag niet van kunststof zijn en de inhoud van het vaatje is sterke drank. (Jenever, Els bijvoorbeeld)

In het mandje/korfje moet een glaasje (eventueel gekleurd en/of geslepen) zitten, een bruikbaar mes (geen gekarteld en/of kunststof handgreep), handdoek, afdekdoek en servet. (Stok)brood, kaas en worst. Alles moet brandschoon zijn. De geldbuidel dient van leer te zijn en wordt onder het schortje gedragen. De handelingen bestaan uit het afsnijden van de etenswaren, het tappen van een glaasje drank. Dit alles dient correct, charmant en netjes te gebeuren.
Sinds ongeveer 1973 is de marketentster een normale verschijning in de schutterij en doet zij mee in de individuele wedstrijden op de schuttersfeesten.

Zij wordt beoordeeld in de volgende categorieën:
- algemene indruk
- houding
- uniformering
- vaatje
- inhoud mandje/korfje
- hygiëne
- geldbuidel
- kleding
- handelingen